De abdijkerk

HET BEZOEK VAN DE ABDIJ

De abdijkerk

Een neogotisch geheel (1880-1900)
De verbouwingen
De huidige kerk
De kerkramen
Het graf van Dom Marmion

Wij beginnen het bezoek van de abdij met de kerk. Zij geeft de volle zin aan de andere gebouwen, die zich om of bij haar aansluiten.

De kerk is het verbindingspunt van de kloostergemeenschap, die er op bepaalde tijdstippen van de dag komt bidden. ’s Morgens zijn het de laudenhet lofgebed waarmee de dag begint; ’s middags, de eucharistieviering, die de gelovigen bijeenbrengt rond het Woord van God en het Lichaam en Bloed van Christus; in de late namiddag, de vespersen ’s avonds beëindigt vigiles en complies of de dagsluiting de gebedsdag van de gemeenschap. Voor de viering van deze diensten zijn er twee plaatsen bestemd: de crypte, op de weekdagen tijdens de winter; de kerk, op zon- en feestdagen en in de zomer. In de kerk zijn alle voorbijgangers welkom: bedevaarders, toeristen, gelovigen en niet-gelovigen. Het wil een oord zijn, waar mensen de tijd kunnen nemen voor het gebed, alleen of samen met de monniken, voor bezinning of gewoon maar om even tot rust te komen. De kerk is een bedevaartsoord ter ere van de Heilige Benedictus. Allen die zich met vertrouwen tot hem wenden, zijn er welkom. Daarom wordt iedereen verzocht, er zich eerbiedig te gedragen, niet alleen tegenover God, maar ook tegenover allen die er komen.
.

EEN NEOGOTISCH GEHEEL (1880-1900)

Het geheel dat de huidige bezoeker ziet, heeft niets meer te maken met de bedoeling van de architect en de decoratieschilders. De kleur ontbreekt er, en neogotische kunst was in al zijn uitingen hoofdzakelijk polychroom. De bedoeling ervan was, een sterke indruk op de verbeelding van de gelovigen te maken, hen buiten de tijd te leiden naar de wereld van God en zijn heiligen in een allesomvattende ideale schoonheid. Alle kunstvormen waren er samengebracht om dit stralend, schitterend geheel te realiseren.

DE VERBOUWINGEN

Rond 1955-1958 wordt een grondige wijziging aan de kerk aangebracht. De nieuwe pastorale inzichten willen dat de gelovigen actiever aan de liturgie deel kunnen nemen. Het hoogaltaar wordt van de apsis naar de kruisbeuk verplaatst, op een verhoogd podium, dat het gehele schip domineert. Meteen wordt de plaats waar Sint-Benedictus werd vereerd, in de noordelijke kruisbeuk, links, nu overgebracht naar de ingang, onder de zuidertoren. In de lijn van het verlangen naar meer eenvoud en soberheid in de liturgie, wordt, op de kerkramen na, de neogotische versiering verwijderd. Na al die veranderingen is de huidige kerk van Maredsous dus nu een compromis tussen een neogotisch monument en een poging tot aanpassing aan een nieuwe esthetiek en een nieuwe liturgie.

DE HUIDIGE KERK

De abdijkerk blijft een van de mooiste voorbeelden van neogotische architectuur, sober en streng. Het lange schip met acht traveeën (samen 80 meter) wordt door een ruime dwarsbeuk in twee gelijke delen verdeeld. Het deel vanaf de ingang tot de dwarsbeuk is bestemd voor de gelovigen. Vooraan en verhoogd heeft men het koor van de monniken. De verticale projectie vertoont twee verdiepingen: grote bogen met een witte muur (vroeger met fresco’s bedekt), hoge vensters met kruispunt van twee driespitsbogen. In de gevel komt het daglicht langs drie smalle lancetbogen naar binnen. Aan het uiteinde van het koor en van de twee armen van de kruisbeuk bevinden zich weer drie smalle lancetbogen onder een rozet. Het geheel herinnert aan het koor en de noordelijke dwarsbeuk van de kathedraal van Laon (12e eeuw). In de zijkapellen tripletten. Het gebroken tongewelfvan de middenbeuk, van de twee armen van de kruisbeuk en van het koor is in hout en beschilderd als een donkerblauwe hemel met gouden sterren bestipt. Het gewelf van het koor is met prachtige getekende engelenbustes versierd. De zijbeuken hebben spitsbooggewelven.

DE KERKRAMEN

Die van het koor, de kruisbeuk en de gevel werden door de monniken en De Béthune ontworpen. Die van de zijkapellen verbeelden de patroonheiligen van de verschillende schenkers. In de koorafsluiting is er de voorstelling van het engelenkoor, met in het midden de Heilige Geest in de gedaante van een duif boven de twaalf apostelen op Pinksteren, als de verkondigers van het evangelie over de hele wereld. In de noordelijke dwrasbeuk (links) wordt Christus in het Heilig Sacrament verheerlijkt. De triplet en het rozet beelden thema’s uit die verband houden met de eucharistie. In de zuidelijke dwarsbeuk wordt Onze-Lieve-Vrouw verheerlijkt in de devotie van de Rozenkrans, waarbij de mysteries van onze verlossing worden herdacht. In de gevel: de stichters van de grote kloosterordes.

HET GRAF VAN DOM MARMION

In de tweede zijkapel, links, bevindt zich het graf van de Zalige Dom Marmion, derde abt van Maredsous (1909-1923). Hij werd op 3 september 2000 in Rome door paus Johannes Paulus II zalig verklaard.

Top