Het gebedsleven

Monnikenleven

Het gebedsleven

Het doel dat de monnik zich voor ogen stelt, is de volle ontplooiing van het goddelijk leven dat hij bij zijn doopsel ontvangen heeft. Die hoofdzorg komt tot uiting in het gebed, waaruit blijkt dat de monnik altijd voor Gods oog wil leven. Vandaar de talrijke momenten waarop de monnik samen met zijn broeders bidt: ’s morgens heel vroeg, ’s middags, bij het invallen van de avond en in het begin van de nacht. Vandaar ook de andere momenten waarop de monnik zich in de loop van de dag overgeeft aan persoonlijk gebed met de Bijbel of geestelijke geschriften (lectio divina).

Bidden is een middel tot loutering. In het licht van God staan is aan het licht laten komen wat daarmee in strijd is; het is zichzelf blootstellen aan het vuur van de Heilige Geest, dat alle onreinheden verwijdert. Bidden is vooral openstaan voor de liefde die ons uit het hart van God tegemoetkomt zoals wij zijn. Wat kan iemand meer wensen, dan zo’n grote liefde waardig te zijn?

Bidden schept een band. De mens kan niet in onenigheid leven. In het gebed staan wij voor God, die één en enig is. Wij kunnen niet gescheiden blijven van iemand die zo’n verenigd leven leidt.

Bidden is het gesprek tussen de Zoon van God en zijn Vader. De monnik probeert zich daarmee te verenigen en er altijd mee bezig te zijn. Daarvoor rekent hij op de Heilige Geest, de ware bezieler van het gebed.

Top